Wanneer u uw vloer laat isoleren en de dikte van het te gebruiken isolatiemateriaal moet bepalen, zult u rekening moeten houden met verschillende factoren.
Over het algemeen kan gesteld worden dat dikker materiaal beter isoleert en dat er bij dunner materiaal nog enige mate van warmteverlies optreedt. Dikker materiaal is over het algemeen duurder en moet u dus meer investeren. Wanneer u zo snel mogelijk wilt gaan terugverdienen aan de isolatie zult u waarschijnlijk toch voor wat dunner materiaal kiezen.
Hoe bepaalt u de dikte van de vloerisolatie?
Een van de mogelijkheden om uw vloer te isoleren is door gebruik te maken van vloerisolatieplaten. Om de dikte hiervan te bepalen moet eerst gekeken worden hoeveel ruimte er onder de vloer beschikbaar is. Er wordt aangeraden isolatieplaten van ten minste 8 centimeter te nemen. Hiermee bent u verzekerd van een goede isolatiewaarde. Een andere methode voor vloerisolatie is het spuiten van PUR. Hierbij heeft de dikte van de laag isolatiemateriaal aanzienlijk invloed op de prijs. Bij deze methode wordt er over het algemeen een isolatielaag met een dikte tussen de 8 en 10 centimeter aangelegd.
De R-waarde
De isolatiewaarde van materiaal wordt aangegeven met de R-waarde. Deze waarde wordt ook wel warmteweerstand genoemd. Een hogere R-waarde geeft aan dat het materiaal beter isoleert en u daardoor meer bespaart. De R-waarde van isolatiemateriaal wordt bepaald door de combinatie van de dikte van het materiaal met het soort isolatiemateriaal. Pas als u de R-waarde van verschillende isolatiematerialen met elkaar vergelijkt kunt u bepalen welke voor u de beste keuze is. Wanneer de R-waarde tussen de 3,5 en 5 ligt kunt u ervan uitgaan dat u kiest voor goed isolerend materiaal. Wanneer de waarde lager uitkomt zult u beduidend minder besparen op uw energierekening en zal het wooncomfort in huis minder aangenaam zijn.