Een chape is een ondervloer of laag cement waar uiteindelijk de topvloer van laminaat, parket of tegels op wordt gelegd. Bij isolerende chapes is er isolerend materiaal toegevoegd aan de chape. Hierdoor is er geen aparte uitvullaag meer nodig zoals wel het geval is bij het gebruik van isolatieplaten. Vaak worden isolatiechapes gebruikt bij renovaties waarbij de ruimte beperkt is. Ook als extra isolerende laag is het mogelijk een chape te laten aanbrengen.
Verschillende soorten isolerende chapes
Een relatief goedkope en makkelijke manier om een chape aan te brengen is door gebruik te maken van schuimbeton. Dit is een vloeibare chape van licht materiaal dat zich makkelijk verspreid door de ruimte, zelfs tot in de kleinste hoekjes. Deze chape hecht zich zeer goed aan de ondervloer. Een andere methode is een argexchape. Hierbij worden aan beton argexkorrels toegevoegd die de isolerende waarde van het beton verhogen. Door de korrelstructuur is deze chape licht in gewicht. Veelal worden isolerende chapes gemaakt van gerecyclede polystyreen (piepschuim) korrels. Deze korrels worden gemengd met water en cement en zo verspreid door de ruimte. Tenslotte bestaan er chapes met PUR-granulaten. De granulaatkorrels gemaakt van PUR vormen zich perfect naar eventuele afvoerbuizen of leidingen.
Voor- en nadelen van een isolerende chape
Hoewel isolerende chapes een betere isolatiewaarde hebben dan traditionele chapes, zullen isolatieplaten een hogere isolatiewaarde hebben. Isolerende chapes hebben nog geen volwaardige isolatiewaarde en zullen in veel gevallen gebruikt worden als aanvulling op de reeds bestaande isolatie. Er wordt echter nog steeds verder ontwikkeld aan de samenstelling van isolatiechapes waardoor er in de toekomst mogelijk hogere isolatiewaarden worden behaald. Een groot voordeel van het gebruik van isolatiechapes is de tijdbesparing die u ermee hebt. U hoeft immers niet ook nog eens een dekvloer te leggen. Bovendien worden alle hoekjes bereikt en vormt de chape zich rond buizen en leidingen.