Het warmte-isolerend vermogen van isolatiemateriaal wordt aangegeven door de R-waarde van het materiaal. Dit warmte-isolerend vermogen wordt ook wel warmteweerstand of isolatiewaarde genoemd. De warmteweerstand geeft aan hoe goed een isolatiemateriaal zijn werk doet en een isolerende werking heeft.
U kunt er vanuit gaan al het isolatiemateriaal dat op dit moment op de markt is heeft bewezen goed te isoleren. Er kan wel wat verschil zijn tussen de verschillende materialen. Om dezelfde warmteweerstand te behalen heeft u van een bepaald materiaal meer of een dikkere laag nodig dan van het andere materiaal. PUR-schuim heeft bijvoorbeeld een hele hoge isolatiewaarde. Dat betekent dat u weinig van dit materiaal nodig zult hebben om uw vloer goed te kunnen isoleren. Aan de andere kant bestaat er een manier van isoleren waarbij schelpen worden gebruikt. Deze hebben een lage isolatiewaarde waardoor u veel nodig zult hebben om een goede isolatie te kunnen krijgen.
Er worden verschillende waardes gehanteerd
Om de isolatiewaarde van een bepaald materiaal aan te geven en de verschillende materialen met elkaar te kunnen vergelijken worden er verschillende waardes gebruikt. De L-waarde, dat staat voor lambda-waarde geeft aan hoe goed de isolerende werking van een materiaal is. Hoe lager de waarde is, hoe beter het isolerende vermogen. De U-waarde wordt gebruikt bij materialen waarbij u niet kan kiezen hoe dik het laag moet zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ramen. Ook bij de U-waarde geldt dat hoe lager het getal is, hoe beter het materiaal isoleert. Tenslotte hebben we de R-waarde. Dit wordt gebruikt om de warmteweerstand van een materiaal aan te geven. Deze kan worden berekend door de dikte van het materiaal te delen door de lambda-waarde. Hoe hoger de uitkomst hiervan, hoe beter het materiaal isoleert. De norm die tegenwoordig wordt gebruik is 3.5, voor nieuwbouw geldt een R-waarde van 5.0.